Tussentijdse instructies - 2025/1

De wet van 21 december 2023 (BS van 10 januari 2024) voorzag een verlenging van de maatregel aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector voor wat betreft de gepensioneerden in de zorg en dit voor het 4^de kwartaal 2023 tot en met het 3^de kwartaal 2024. Het gaat om de aanmoediging om als gepensioneerde te werken in de zorg via een vrijstelling van de werknemersbijdrage.

Deze maatregel werd verlengd tot eind 2024 (wet van 15 december 2024 - BS van 24 december 2024) en vervolgens krachtens een delegatie aan de Koning tot 31 maart 2025 (koninklijk besluit van 12 januari 2025 - BS van 17 januari 2025). 

De regering heeft een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd voor een 2^de verlenging tot 30 juni 2025. De toepassing van de vrijstelling van de werknemersbijdrage is voorzien voor de aangifte van het 2^de kwartaal 2025 .

Op basis van het regeerakkoord zullen de parameters van de structurele vermindering als volgt worden aangepast voor het 2^de kwartaal 2025:

R_{categorie 1} = 0,1400 x (11.233,89 – S) + 0,2100 x (8.400,00 - S); (algemene categorie)
R_{categorie 2} = 79,00 + 0,2300 x (9.780,00 – S) + 0,1500 x (9.780,00 - S) + 0,0600 x (W – 16.474,49); (categorie sociale maribel)
R_{categorie 3 met loonmatiging} = 0,1400 x (12.172,63 – S) + 0,2100 x (8.400,00 - S); (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers met loonmatiging)
R_{categorie 3 zonder loonmatiging} = 495,00 + 0,1785 x (11.557,16 – S) + 0,2100 x (8.400,00 - S). (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers zonder loonmatiging)

Deze parameters vervangen de parameters die werden meegedeeld in de tussentijdse mededeling van 2 april 2025.

Eveneens op basis van het regeerakkoord zullen de parameters van de structurele vermindering als volgt worden aangepast vanaf het 3^de kwartaal 2025:

R_{categorie 1} = 0,1400 x (11.233,89 – S) + 0,1500 x (9.360,00 - S); (algemene categorie)
R_{categorie 2} = 79,00 + 0,2300 x (9.780,00 – S) + 0,1500 x (9.780,00 - S) + 0,0600 x (W – 16.474,49); (categorie sociale maribel)
R_{categorie 3 met loonmatiging} = 0,1400 x (12.172,63 – S) + 0,1500 x (9.360,00 - S); (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers met loonmatiging)
R_{categorie 3 zonder loonmatiging} = 495,00 + 0,1785 x (11.557,16 – S) + 0,1500 x (9.360,00 - S). (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers zonder loonmatiging)

De meegedeelde parameters zijn onder voorbehoud van publicatie.

De maximale kilometervergoeding voor de woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen bedraagt 0,4320 EUR/km vanaf 1 april 2025 tot en met 30 juni 2025 (omzendbrief nr. 749, BS van 14 maart 2025).

Als gevolg van een overschrijding van de spilindex in de loop van de maand januari 2025, wijzigen een aantal loonplafonds voor de berekening van bijdrageverminderingen. Dit kan ook een impact hebben op sommige overgangsmaatregelen van de geregionaliseerde verminderingen vanaf 1 april 2025.

Het grensbedrag voor de doelgroepvermindering kunstenaars is ook aangepast.

Structurele vermindering

Aanpassing van de bovenste loongrens van de lagelonencomponent (S₀) en de zeerlagelonencomponent (S₂) en aanpassing van de ondergrens van de hogelonencomponent (S₁) van de structurele vermindering:

R_{categorie 1} = 0,1400 x (11.233,89 – S) + 0,4000 x (7.082,19 - S); (algemene categorie)
R_{categorie 2} = 79,00 + 0,2557 x (9.437,21 – S) + 0,4000 x (7.278,16 - S) + 0,0600 x (W – 16.474,49); (categorie sociale maribel)
R_{categorie 3 met loonmatiging} = 0,1400 x (12.172,63 – S) + 0,4000 x (7.082,19 - S); (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers met loonmatiging)
R_{categorie 3 zonder loonmatiging} = 495,00 + 0,1785 x (11.557,16 – S) + 0,4000 x (7.082,19 - S). (categorie erkende beschutte werkplaats, werknemers zonder loonmatiging)

Doelgroepvermindering oudere werknemers

• Brussel: 8.160,00 EUR 
  • 10.880,00 EUR voor het 4^de kwartaal in plaats van 8.160,00 EUR, behalve voor de uitzendsector.
  • 10.880,00 EUR voor het 1^ste kwartaal voor de uitzendsector.
• Wallonië: 17.682,44 EUR

Doelgroepvermindering kunstenaars

• Algemene regeling/overgangsmaatregelen: 6.335,67 EUR

Werknemersbijdragevermindering herstructurering

• S₀ = 3.744,63 EUR
• S1 = 5.491,50 EUR

Als gevolg van het overschrijden van de spilindex tijdens de maand januari (met fooien betaalden, gelegenheidswerknemers horeca, land- en tuinbouw) wijzigen de forfaitaire daglonen.

De tabel bevat de dagforfaits die gelden vanaf 1 april 2025, variërend naargelang de sector, de uitgeoefende functie en de leeftijd van de werknemer op de laatste dag van het kwartaal.

De forfaitaire bedragen voor de zeevissers en de aangestelden toiletten buiten de horeca ondergaan geen wijzigingen ten opzichte van het 1^ste kwartaal 2025.

Als gevolg van de overschrijding van de spilindex in de loop van de maand januari 2025, wijzigt het maximum bedrag aan vergoedingen voor 'niet-uitzonderlijke' prestaties toegestaan om vrijgesteld te zijn van socialezekerheidsbijdragen. Vanaf 1 april 2025 bedraagt het maximum 1.769,32 EUR/kwartaal.

Ter herinnering, de vergoedingen voor 'uitzonderlijke' prestaties die de vrijwillige brandweerlieden, de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de vrijwillige ambulanciers uitvoeren bij de organisaties die hen tewerkstellen, zijn altijd vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, ongeacht het bedrag van de vergoeding. 

De Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen dat voorziet in een uitbreiding van het contingent voor studentenarbeid onder solidariteitsbijdrage. Vanaf 1 januari 2025 is het maximaal aantal uren dat kan gepresteerd worden als student onder solidariteitsbijdrage verhoogd van 475 naar 650 uren/jaar en dit voor alle sectoren.

Bij de aangifte Dimona zal rekening worden gehouden met dit nieuwe contingent.